Brandend Zand 2.0 op het Stenen Hoofd

(foto: Martine de Vente)
Hoogstins2024
Perzische kleedjes, vintage tafels en handgeletterde borden met de lunchaanbiedingen van de dag. En vergeet niet de beroemde pindasoep en saté van Tamara Jongsma, de uitbater van Brandend Zand op het Stenen Hoofd. Dit jaar draait ze haar tweede seizoen en op Hemelvaartsdag was het zo druk dat ze vanachter haar luik niet is weggeweest.
Vrijdagochtend kan ze heel even op het terras zitten. De club hondenuitlaters zit er aan de koffie: vaste klanten die op het rafelrandje aan het IJ hun hond laten loslopen. Kinderen zitten er een spelletje te doen en de limonadeleverancier komt de lading van de dag brengen. “Gisteren is alles gewoon opgegaan.”
‘Nachtwaker aanwezig’
Maar het is niet altijd koek en ei bij Brandend Zand. ’s Nachts, als het luik dichtgaat, dan komt het gespuis. “Vorig jaar zag ik daar iedere ochtend de sporen van. Lege rugzakken, en spullen van mij die dan gesloopt waren.” Ook dit jaar dreigde het weer uit de hand te kopen en toen was daar Paul, de Roemeen die op de veranda van haar strandtent sliep. “Jongens hebben een van mijn stro-fauteuils in brand proberen te steken en omdat hij er was, sloegen ze op de vlucht.” Sindsdien slaapt Paul iedere nacht op haar veranda. ‘Nachtwaker aanwezig’, staat er boven zijn slaapplek die overdag dienst doet als zithoek.
Inmiddels heeft ze een baantje voor hem geregeld als afwasser bij een restaurant en helpt hij iedere ochtend met het neerzetten van haar meubilair. Dat slaat ze iedere avond op in een container die ze na de ervaringen van vorig jaar heeft aangeschaft. Paul heeft wel een en ander op zijn kerfstok, maar Tamara vindt dat ze hem een kans moet geven. “Vrienden waarschuwden dat ik maar moest uitkijken, maar ik voel dat hij het goed bedoelt.” Bovendien is zijn nachtelijke aanwezigheid al voldoende om het schorriemorrie ervan te weerhouden de boel te slopen.
Alles moet vers zijn
Met Paul houdt Jongsma het dus nog wel vol tot het einde van het tweede seizoen. Afgelopen winter werkte ze aan een verbeterde versie van haar koffie-kiosk. Ze zette er een afdak aan, kocht lekkerder zittende stoelen en die container dus. Verder ging ze met haar twee dochters op vakantie en deed ze nog wat andere klussen, want qua inkomsten kan het allemaal ‘net uit’. “Ik wil dat alles vers is. Dus geen afbakbrood, maar verse boterhammen. Dus als het slecht weer is, dan kan ik de kruiden allemaal weggooien.” Het koude weer in april zag ze dus met lede ogen aan.
Vorig jaar vond een jury haar idee het beste voor de exploitatie van een strandtentje op het Stenen Hoofd. Twee zomers mag ze er zitten, deze zomer is de tweede.
Veel geleerd
Stoppen moet dus per 1 oktober. Zonde van haar energie en tijd vindt ze Brandend Zand in ieder geval niet. Wat er met ‘haar’ plek het Stenen Hoofd gaat gebeuren is ongewis. Maar met die onzekerheid kan ze prima leven. “Ik heb hier zo veel van geleerd. Ik denk er ook over om zoiets in het buitenland te beginnen. Mijn kinderen hoeven niet meer bij mij te wonen, dus ik kan doen wat ik wil. In Kroatië misschien, of in Spanje. Volgend jaar pak ik de auto en ga ik kijken. In ieder geval wordt het ergens waar het weer geen risicofactor is.”
(foto: Martine de Vente)
DeWestkrant