Ode aan Theo Schoumans (1921-2015)

Theo Schoumans
Hoogstins2024
Volgende week zaterdag is het Nationale Burendag. En dan wordt op de scootsafe voor de deur van Orteliusstraat 148 en in aanwezigheid van wethouder Fenna Ulichki de portretfoto onthuld van Theo Schoumans (1921-2015). Een ode aan alle Amsterdammers die de wijk door de jaren heen van dichtbij hebben zien veranderen.
 
Theo werd op 6 juli 1921 geboren. In Noord, nabij de Laanweg, een omgeving die verdween door de komst van ‘benzinemaatschappij Shell’. Met zijn ouders verkaste de toen vierjarige Theo naar West. ‘Met paard en kar,’ beschreef hij – toen al vanaf bed – op papier. Het waren de eerste vier pagina’s van de biografie die hij van plan was te schrijven. ‘We kwamen niet verder dan de Vespuccistraat. Maar na een stuk weg over metalen platen kon de reis pas weer vanaf het Mercatorplein richting Orteliusstraat over straatstenen worden voortgezet.’
 
Schoumans zat op de kleuterschool in de Corantijnstraat, op de hoek van de Hoofdweg. ‘Daar was een sigarenzaak met een standaardbus van de PTT aan de muur. Voor de buslichting reden er auto’s met aan de achterkant een treeplank. Daar ging ik als kleuter vaak stiekem opzitten tot de volgende postbus. Ter hoogte van het Mercatorplein sprong ik er weer af. Dat ging een keer mis. Ik sprong verkeerd van de treeplank en kwam met mijn hoofd op de straat. De rest van die zaterdag heb ik bewusteloos op bed gelegen.’
 
Later werd de PTT zijn werkgever, veertig jaar lang. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen hij werd ‘uitgeleend’ aan de Deutschee Bundes Post in Berlijn. ‘We kregen te horen dat Berlijn te ver weg was om te worden gebombardeerd. Dat hebben we geweten. Al na drie maanden kwamen de eerste bommen naar beneden. Een half jaar later lagen er hele wijken van de stad plat.’
 
Het postuniform droeg hij op zijn blote lijf. En in zijn schoenen zaten brandgaten van de fosfor. Toen hij eindelijk toestemming kreeg voor verlof om zo zijn kleding te vernieuwen, moest hij tekenen dat hij wel terug zou komen. Eenmaal terug in de Orteliusstraat dook hij onder, samen met zijn broer, in een stenen huisje midden op het Mercatorplein. Met dank aan zijn vader, monteur bij het GEB en in bezit van een sleutel. ‘Een transformatorhuisje van het GEB waar een deel van Amsterdam de stroom uit kreeg. Apparaatjes waar 20.000 volt op stonden. Een prima plek. Al was het soms weleens lastig als je nodig moest pissen.’ (Rim Voorhaar)
 
 Foto’s op scootsafes
Het historisch beplakken van de scootsafes (opslagboxen voor scootmobielen) in de Orteliusbuurt met oude ansichtkaarten, natuuropnamen en ander ‘vrolijk materiaal’ is een idee van fotograaf Paul Fennis. Hij kreeg de opdracht voor het verfraaien van inmiddels negen groene ‘bakken’ in de wijk. Zoals die van de – ook in inmiddels overleden – Cora Maus met foto’s van haar ouderlijk huis en het huwelijksbootje in de gracht rondom de boerderijen van wat later het Rembrandtpark zou worden. ‘Tijdens de burendag staan we hier even bij stil met een vrolijke noot, hapje en drankje,’ aldus Fennis.
DeWestkrant