In West en Nieuw-West wonen meer mensen in armoede dan in andere stadsdelen van Amsterdam. Steeds vaker hebben ze gewoon een baan. Hoe kan dat? Voor de serie ‘Armoede in West’ spreekt De Westkrant met Anna Custers, lector Armoedeinterventies aan de Hogeschool van Amsterdam.
Je werkte eerder als ontwikkelingseconoom in India en Afghanistan. Hoe arm is arm dan eigenlijk bij ons?
“Ook hier is echte armoede. Mensen hebben hier gemiddeld genomen een huis, ook al is dat niet altijd zo. Er zijn kinderen zonder eigen bed of er is geen geld voor ontbijt. Of mensen durven de verwarming niet hoger te zetten dan veertien graden – met schimmelproblematiek en gezondheidsproblemen tot gevolg.”
De armoedecijfers dalen al jaren. Hoe groot is dit probleem dan nog?
“De laatste jaren zijn veel mensen net over de armoedegrens heen getild. Ouders in de bijstand bijvoorbeeld, door een verhoging van het kindgebonden budget. Bij de groep die voldoende uren werkt, komt dat door cao-stijgingen. Maar je profiteert daar nauwelijks van met een laag salaris of bij weinig uren, en als zzp’er helemaal niet. Dit is de groep die is blijven hangen en die ook nog eens weinig naar de gemeente gaat voor de hulp die er wel voor ze is.”
“Als je geen werk hebt en bij de gemeente komt voor een uitkering, gaan ze daar met je kijken waar je nog meer recht op hebt. Een stadspas en andere financiële regelingen, zoals een laptop en bijles voor je kind. Maar mensen met werk heeft de gemeente niet in beeld, al zitten sommigen wel tot dertig procent onder de armoedegrens. Dan zit je in bittere armoede.”

Wat doet zo’n situatie van diepe armoede met een mens?
“Armoede neemt je hele leven over. Zeker met een baan en met kinderen zit je in de overlevingsstand. Het is dagelijks puzzelen en plannen, zo van: ik krijg wat terug aan energiekosten, ik kan een voorschot vragen op m’n vakantiegeld en dan red ik het weer tot morgen. En achteraf betalen natuurlijk – we praten er negatief over, maar het kan een uitkomst zijn als je iets nu meteen nodig hebt. Alleen, als het misgaat, dan escaleert het snel.”
“We hebben vorig jaar vijf huishoudens gevolgd in Amsterdam. We vroegen om hun huishoudboekjes: wat verdien je, wat geef je uit? Ze hadden allemaal werk en ook al zaten ze tot zo’n vijftig procent boven de armoedegrens, ook voor hen was rondkomen nog een heel gegoochel. Ze hebben vaak maar weinig spaargeld en dat maakt een huishouden heel fragiel. Dan hoeft er maar een dure onverwachte tandartsrekening te komen en ze zitten in de problemen. Als eenmaal de schuldenspiraal aan de gang is, dan is het supermoeilijk om daar uit te komen.”
‘Waarom werk ik eigenlijk nog’, verzuchten sommige mensen die ik spreek. Ben je beter af in de bijstand?
“De bijstand is geen pretje. Maar wat je wel van iedereen hoort, is dat het even rust geeft. Je krijgt die uitkering gewoon en je weet waar je aan toe bent.”
“Het systeem is zo ingewikkeld geworden: je hebt al die verschillende aanvullingen en misschien moet je wel toeslagen terugbetalen. Zeker met wisselende inkomsten weet je niet: hoeveel heb ik nou eind van de maand? Dat is heel chaotisch.”
“Maar tegelijkertijd: bij de bijstand is het wel de bedoeling dat je er weer uit gaat. Er horen ook plichten bij. De oplossing voor hen is niet de bijstand, maar een voorspelbaarder systeem, dat ze weten waar ze aan toe zijn.”
De gemeente Amsterdam heeft dertig regelingen voor minima. Zou je eigenlijk niet arm hoeven zijn in onze stad als je daar gebruik van maakt?
“In principe is het systeem in Amsterdam sluitend, maar dan moet je zorgen dat mensen er ook gebruik van maken. Je hebt bij de gemeente bijvoorbeeld de aanvullende bijstand. Als je werkt, maar minder verdient dan de bijstand, dan betaalt de gemeente het verschil. Vijfendertig procent van de mensen die hier recht op hebben, vraagt die bijstand niet aan. Vaak hebben deze mensen wisselende inkomsten. Stel je voor dat je elke maand met je salaris naar de gemeente moet.”
Terwijl ze het geld wel hard nodig hebben.
“Klopt, maar de gemeente is voor veel mensen vooral de plek waar ze hun paspoort aanvragen. Mensen met werk zijn niet altijd goed bekend met wat er allemaal is. Terwijl alle regelingen er voor alle minima zijn, of je nou werkt of niet.”
“Soms hebben ze al een keer een regeling aangevraagd, bijvoorbeeld de kwijtschelding gemeentelijke belastingen, maar hebben ze die niet gekregen. Maar die regeling heeft strengere voorwaarden dan andere regelingen. Er zijn ook mensen die slechte ervaringen hebben uit het verleden. Dan verloopt het contact met één maatschappelijk werker niet prettig en gaan ze niet nog een keer hulp vragen. Wantrouwen dus.”

Hebben mensen met werk niet andere dingen nodig dan mensen zonder?
“Het ligt ook aan het aanbod. Mensen zijn vaak gewoon op zoek naar extra inkomen. In de tijd dat ze een regeling aanvragen, kunnen ze ook een middag werken en een factuur sturen. Voor ondernemers en zzp’ers werkt een voucher voor een boekhouder goed. Want daar heeft niet iedereen geld voor, en dan zit je vast als je toch je jaarrekening moet laten zien voor hulp. Die proef hebben we gedaan in een andere gemeente.”
Stadsdeelvoorzitter Fenna Ulichki noemt armoedebestrijding haar eerste prioriteit. Wat zie jij daarvan in West?
“Dat maakt veel verschil, als een bestuurder dat zegt. In de Kolenkitbuurt zijn huis-aan-huisbezoeken, waar welzijnswerkers samen met woningcorporaties op bezoek gaan in woningen. Dat gaat in eerste instantie over renovatie, maar ze kijken meteen of ze iets kunnen betekenen op maatschappelijk gebied. En mensen te wijzen op de verschillende regelingen.”
“In West is een armoedeaanpak ontwikkeld voor verschillende buurten. Dat begon in 2018 in de Jan Maijenbuurt in De Baarsjes. Daar was veel armoede, vooral onder alleenstaande mannen en die waren nogal moeilijk te bereiken. Contact begon heel laagdrempelig door met een koffiekar in de wijk te gaan en op een gegeven moment kwamen die mannen naar het buurthuis. Zo ontstond er een clubje mannen met allerlei hulpvragen. Ze wilden bijvoorbeeld leren zwemmen en toen is zwemles geregeld. Op een gegeven moment gaat het dan over dingen die lastig zijn.”
“Het begint vaak met laagdrempelige inloophuizen, waar bewoners koffie kunnen drinken en hun verhaal kwijt kunnen. In ons onderzoek met de huishoudboekjes is één van de deelnemers halverwege naar het buurthuis gegaan voor een budgetcoach. Ze had geen idee dat dit kon in de buurt.”

De kritiek is vaak wel: wat heb je aan budgethulp als er gewoonweg te weinig geld is?
“Ja, dat was bij haar ook zo. Er kon uiteindelijk 6 euro per maand bespaard worden op een dubbele verzekering. Mensen hebben vaak al het mogelijke al geschrapt. Wat voor haar het verschil maakte, is dat ze een nieuwe baan vond. Daarmee verdiende ze tweehonderd euro per maand meer. Dat zie je vaak, het gaat om dat kleine stukje lucht. Dat geeft gewoon een heel nieuw leven.”
De serie ‘Armoede in West’ komt tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Wil je reageren? Graag! Stuur je reactie naar mail@dewestkrant.nl.