
In West en Nieuw-West leven meer mensen in armoede dan waar dan ook in Amsterdam. Een deel van hen heeft een arbeidsbeperking. Richard leefde jaren op straat en in de opvang, maar heeft door werk nu structuur in zijn leven. Vanwege schulden leeft hij van honderd euro per week.
“Dat is geen vuilnis hoor”, verontschuldigt Richard zich voor de lege flessen in de keuken. Hij durft ze niet in te leveren voor statiegeld. “Dan denken ze dat ik dakloos ben.” Richard weet hoe het is om zich zo te voelen. Hij wildkampeerde anderhalf jaar lang in een tent, met zijn vriendin. “Met een vrouw erbij doet handhaving minder moeilijk.”
Na een periode in de opvang, ‘het ergste van het ergste, het was net een cellencomplex’, woont hij begeleid in een eigen studio in Geuzenveld-Slotermeer. Boven de tv hangt een tekening met de tekst: ‘Papa, ik ben trots op jou’. Gemaakt door zijn dochter toen hij aan het werk ging bij Pantar, als medewerker ‘in het groen’.
Stoppen met blowen
Bij Pantar werken vijfentwintighonderd Amsterdammers met een arbeidsbeperking. Medewerkers krijgen extra begeleiding en passend werk, als opstap naar de reguliere arbeidsmarkt. Ze kunnen er zelfs een mbo-opleiding volgen. In januari start Richard met de opleiding om hovenier en voorman te worden. Dan moet hij wel stoppen met blowen, zegt hij, anders gaat hij de Latijnse plantennamen niet onthouden.
Hij rookt drie jointjes per dag, in het weekend meer. Uit verveling, maar ook vanwege zijn ADHD. “Anders sla ik op hol.” Blowen doet hij al sinds zijn vijftiende. Als hij zijn weekgeld krijgt op maandag, is een zak wiet het eerste dat hij haalt. Daar gaat zo’n 45 euro naartoe. De rest van de honderd euro kan hij aan boodschappen besteden.

Gazastrook
Om te zorgen dat alle rekeningen netjes betaald worden, zit Richard onder bewind. De bewindvoerder handelt ook zijn schuld van ruim twintigduizend euro af. “Dit land houdt ervan om mensen in de schulden te brengen. Een schuld van achthonderd euro is na drie maanden achttienhonderd.” Richard betaalde zijn zorgverzekering niet toen hij dakloos was. En hij had al een huurschuld van toen hij halsoverkop de moeder van zijn twee kinderen verliet.
“Onze relatie leek wel de Gazastrook”, zegt Richard daarover. Voor de kinderen was het het beste om bij haar weg te gaan, vond hij. De jongste kon toen net lopen. Moeder heeft de voogdij, al wonen de kinderen ook niet meer bij haar. Richard zag de kinderen in februari voor het laatst. Hij weet wel dat hij vader is, zegt hij, maar hij heeft zich nooit zo gevoeld. “Geen verjaardagen, geen schoolrapporten, geen Sinterklaas.”
Zelf groeide hij ook op in pleeggezinnen. “Ik zat overal en nergens, mijn moeder mocht niet weten waar ik woonde.” Op zijn negende kwam hij bij zijn vader wonen, in de Bijlmer. “Ik vroeg hem om de regenpijp onder mijn slaapkamerraam af te zagen, zo bang was ik dat mijn moeder in mijn kamer zou komen. Ik heb het nooit verwerkt, en ergens achterin een kluis gestopt. Maar ik geef geen moer om mezelf.”

Helemaal zen
“Bij Pantar zijn ze goed voor me”, zegt Richard. Al houdt hij met vijf dagen werken niet veel meer geld over dan met vier het geval zou zijn, het werk geeft hem regelmaat en ritme. Elke dag is hij om kwart over zeven op het werk, waarna hij en zijn collega’s de grasvelden en groenperken in het Westelijk Havengebied onderhouden. De natuur maakt hem rustig. “Als ik in kleermakerszit onkruid zit te plukken, dan ben ik helemaal zen.”
Als hij vrij is, gaat de oranje werkkleding uit en de speaker aan, en loopt hij met hiphop of hardstyle naar huis. Daar kijkt hij voetbal of speelt hij een ‘hersenloos spelletje’ op zijn telefoon. Zijn Roemeense vriendin komt vaak over de vloer. Drie keer per week mag zij blijven slapen. Ze werkt als bezorger en maakt schoon in hotels. Ze steunt hem financieel. Hij wijst naar twee pizzadozen. “Anders zat dat er niet in.”
Wekelijks haalt hij een vaste lijst aan boodschappen. “Dat moet wel met de prijzen van tegenwoordig.” Twee keer per week vlees en verder pangasiusfilet, want dat is goedkoper. Voor de vitamines eet hij witte bonen in tomatensaus, ligt er spinazie in de vriezer en eet hij appelmoes – bij elke maaltijd. Fruit eet hij nauwelijks, daarvoor is zijn gebit te slecht. Zijn weerstand laat te wensen over. Richard is vaak ziek. “Ik heb niet gezond geleefd en veel dingen in m’n leven gedaan.”

“Zonder haar red ik het niet”, zegt Richard over zijn vriendin. Het inspireert hem dat ze zo hard werkt. “Als het regent, zitten wij in de keet pauze te houden. Zij moet gewoon bezorgen.” Ze heeft een goede invloed op hem, zegt hij. Net als zijn werk bij Pantar. “Had ik hier maar eerder gewerkt, maar beter laat dan nooit. Ik heb nu de kans om mijn leven op te bouwen en een voorbeeld te zijn voor mijn kinderen.”
Richard*, 40 jaar
Woont: begeleid in een studio in Geuzenveld-Slotermeer, Nieuw-West
Gezinssituatie: alleenstaand, kinderen (11 en 10) wonen in een instelling
Werkzaamheden: groenmedewerker bij Pantar, 37 uur per week
Inkomen: 1.750 euro netto
Toeslagen en regelingen: huurtoeslag en zorgtoeslag
Huur inclusief: 729 euro per maand
Overige vaste lasten: 300 euro per maand
Leefgeld onder bewind: 100 euro per week
Schuld: ruim twintigduizend euro
Spaarrekening: geen
Opleiding: mavo, niet afgemaakt
*achternaam bekend bij de redactie
De serie ‘Armoede in West’ komt tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Wil je jouw verhaal doen? Stuur ons een bericht op mail@dewestkrant.nl.


















