D66 in West maakt zich zorgen over branden in het havengebied. De brand vorige week zorgde voor grote overlast in West en was al de derde dit jaar, aldus Charles Vaneker, lid van de stadsdeelcommissie. Dat roept volgens hem vragen op over veiligheid, toezicht en vergunningen, zei hij dinsdagavond in een vergadering van de commissie.
De brand ontstond donderdag 15 mei rond 17 uur in een vrachtschip met schroot bij AST Amsterdam Scrap Terminal Vlothavenweg. Het vuur zorgde voor stank- en rookoverlast in de wijde omgeving, waaronder West.
In totaal werden 5 NL-Alerts verstuurd om omwonenden op te roepen deuren en ramen te sluiten. Op vrijdagochtend was er nog forse stank- en rookoverlast in onder meer de Spaarndammerbuurt en Westerpark. Na een grootschalige inzet van meer dan 24 uur lukte het de brandweer om het vuur te doven.
Vaneker vroeg of stadsdeelvoorzitter Fenna Ulichki de zorgen deelt over gevolgen voor volksgezondheid, milieu en leefomgeving. Ook wilde hij weten of Ulichki mogelijkheden ziet om deze zorgen over te brengen en zulke branden in de toekomst te voorkomen. Dit in aanvulling op het college van B en W en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, die formeel bevoegd zijn.
Stadsdeel West krijgt hierover officieel geen meldingen binnen, antwoordde Ulichki. “Ik weet niet zo goed wat mijn rol is.” Zij zegde toe dat zij de branden aan de orde gaat stellen in een overleg met andere voorzitters van stadsdelen. Ulichki zei te zien dat er zorgen zijn, maar meldde ook dat gemeente en brandweer geen concentraties gevaarlijke stoffen hebben gemeten.
