Bouwen en wonen – Column Melanie van der Horst, lid dagelijks bestuur stadsdeel West

Foto stadsdeel West
Hoogstins2024

Terugkijkend op de afgelopen bestuursperiode kan ik concluderen dat de bouwdynamiek in stadsdeel West een van de meest boeiende en spannende dossiers is waar ik de afgelopen vier jaar mijn tanden in mocht zetten.
Het stadsbestuur gaf West alle ruimte om te experimenteren met pilots om te kijken of en hoe we de overlast die omwonenden ervaren kunnen beperken. De overlast helemaal wegnemen bestaat niet, want er wordt gebouwd en verbouwd en dat gaat de komende jaren zeker niet veranderen. Maar we kunnen wel voorkomen dat burgers zich compleet uit het veld geslagen voelen door de sloopkogel.
Onlangs kwamen bouwers, burgers, hoogleraren, ambtenaren en bestuurders bijeen in het Sieraad op het door ons georganiseerde Congres Bouwdynamiek. Vier jaar geleden was er op diezelfde plek een bijeenkomst waar tientallen boze en wanhopige Amsterdammers hun woede uitten over de bouwoverlast in hun straat en buurt.
Gelukkig is er sindsdien een hoop ten goede veranderd. We namen in de pilotgebieden concrete maatregelen, waarvan sommigen ook stadsbreed zijn ingevoerd, zoals het bouwbord. We voerden een vergunningplicht in om het aantal objecten in de openbare ruimte te verminderen en we intensiveerden het toezicht door een speciale toezichthouder bouwdynamiek aan te stellen in de persoon van Rob Bos. En we beperkten het vergunningsvrij uitbouwen, om binnentuinen te beschermen en ervoor te zorgen dat het regenwater weg kan. Ook voor kelderbouw namen we maatregelen om wateroverlast te voorkomen.
We zijn dus op de goede weg, maar het houdt hier natuurlijk niet op. Bewoners hebben behoefte aan duidelijke communicatie en uitleg: maak bijvoorbeeld bij een verleende vergunning een soort bijsluiter met tekst en uitleg, zo klonk de wens: ‘dit kunt u verwachten, bezwaar maken gaat als volgt en de kans dat het bezwaar stand houdt is groot, klein of niet aanwezig’. Hier kunnen we zeker naar kijken, want de woningnood is groot en we blijven (ver)bouwen.
Recent zijn er in West weer twee geweldige projecten opgeleverd. Hulde aan de omwonenden van de DC van Hallstraat, die tijdens de lockdown de overlast moesten doorstaan van de verbouwing van het bedrijfsverzamelgebouw. Er werd zoveel mogelijk materiaal van het oude gebouw hergebruikt, waardoor het een complex en tijdrovend bouwproject was. Maar het resultaat mag er zijn: duurzame, aardgasvrije studio’s voor studenten en promovendi in een robuust gebouw dat een aanwinst is voor de buurt en het stadsdeel.
Ook in de Wormerveerstraat werd onlangs een prachtig duurzaam gebouw in gebruik genomen. Een bijzonder project, omdat hier werkende jongeren statushouders samenleven. Delen, naar elkaar omkijken, zorgdragen voor het milieu, het zijn vormen voor alleenwonenden die we misschien meer gaan zien in de toekomst, omdat we de schaarse ruimte moeten delen en mensen sociale wezens zijn: compacte studio’s, gemeenschappelijke ruimtes om elkaar te ontmoeten en de was te doen.
Ik sprak met de communitybuilders, de jongeren die speciaal geselecteerd zijn om hier te wonen en de statushouders te helpen integreren. Uiteraard ben ik heel benieuwd of deze woonvorm in de praktijk net zo ideaal uitpakt als hij door De Key is bedacht. Ik vind het in elk geval hoopvol dat de woningcorporaties op deze manier verduurzamen en vernieuwen.
Zoals ik al zei is bouwoverlast nooit weg te nemen. Er is een tekort aan woningen en gezinnen proberen meer vierkante meters te realiseren om met hun pubers in de stad te kunnen blijven wonen. Verder is het gezien de staat van vele funderingen in de stad en het stadsdeel een bittere noodzaak om de huizen die nu pakweg een eeuw oud zijn onder de loep te nemen. De bouwbedrijvigheid in West is een niet meer weg te denken onderdeel van de maatschappij. Maar we blijven eraan werken dat mensen met tegengestelde belangen met respect voor elkaar en hun omgeving samenwerken en samenleven.

DeWestkrant