Plan voor museum bij molen De Otter, maar na 400 jaar dreigt gebrek aan wind

De Otter met gerestaureerde droogloodsen. De molen zaagde al in de 17e eeuw planken voor schepen waarmee Amsterdam uitgroeide tot wereldmacht. (Foto Richard Mooyman)
Hoogstins2024

Molen De Otter is een van de parels van Amsterdam-West. De houtzaagmolen uit 1631 draait en zaagt weer en ook de droogloodsen zijn gerestaureerd. Nu wordt gewerkt aan plannen voor een museum over de geschiedenis van de molens langs de Kostverlorenvaart, waarmee Amsterdam ooit uitgroeide tot wereldmacht.

Grote zorgen zijn er ook: de bouw van een woontoren dreigt de wind te verstoren die De Otter nodig heeft om te draaien. “Deze molen is ouder dan De Nachtwacht. Het gaat om een plek van nationaal belang. Gaan we dit echt laten gebeuren?”

Aan plannen geen gebrek bij Guido Mensink, directeur van firma G.T. van der Bijl en sinds 6 jaar eigenaar van het monumentale molenterrein. Eigenlijk is het een wonder dat De Otter er na bijna vier eeuwen nog staat. Alle tientallen andere houtzaagmolens langs de vaart zijn afgebroken om plaats te maken voor de oprukkende stad.

Alleen De Otter is gebleven. Dit dankzij de toenmalige eigenaren van houthandel G.T. Van der Bijl, die de molen volgens Mensink te bijzonder vonden om door de gemeente te laten opkopen en slopen. De toekomst bleef lang ongewis. Er was veel achterstallig onderhoud. Een tijd lang waren er zelfs plannen om de molen te verplaatsen naar Uitgeest omdat er in Amsterdam-West onvoldoende wind zou zijn.

Molen draait weer
Die verhuizing ging na bezwaren in 2018 definitief niet door, waardoor De Otter kon blijven staan op de historische plek in West waar het allemaal begon. Molenaars begonnen De Otter op te knappen en inmiddels staat die er weer in volle glorie bij. “Deze molen gaat zo wéér 400 jaar mee”, grapt molenaar Roel Gremmer, die met enkele andere molenaars zorgt dat De Otter kan blijven draaien. Dat gebeurt nu in ieder geval op dinsdag en soms meerdere dagen per week. Ook leidt Gremmer samen met molaar Simone Verscheure hier nieuwe molenaars op.

Nu is het volgens Mensink tijd voor een volgende stap: het opzetten van een molenmuseum op het terrein. Om het verhaal te vertellen over de houtzaagmolens langs de Kostverlorenvaart. Die zaagden al in de 17e eeuw zo snel en veel hout voor de scheepsbouw, dat Amsterdam kon uitgroeien tot wereldmacht.

Ouder dan De Nachtwacht
De betekenis van deze plek voor Amsterdam kan niet worden onderschat, aldus Mensink en Gremmer. “Dit was het eerste industriegebied van Nederland. Deze molens brachten voorspoed. Dat was ook de reden waarom schilders zoals Rembrandt naar Amsterdam trokken.” Diezelfde Rembrandt schilderde De Nachtwacht toen De Otter al een jaar of tien hout zaagde langs de Kostverlorenvaart.

De twee monumentale droogloodsen zijn eerder afgebroken en opnieuw opgebouwd, deels met de oorspronkelijke monumentale houten balken. Deze open loodsen hebben nu glas aan de zijkant en zijn goed geïsoleerd. Er is zelfs vloerverwarming met een hypermoderne installatie die gebruik maakt van aquathermie, warmte uit de vaart. Alle gebouwen op het terrein zijn van het gas af.

Museum met multimedia
In de oudste loods komt volgens de plannen het museum, waardoor bezoekers naar de molen zelf worden geleid. “In het eerste deel kom je dan volledig terecht in die tijd”, aldus Mensink. “In het tweede deel is dan ruimte voor multimedia, zodat je het ook echt allemaal beleeft. We willen daarvoor AI-kunstenaars gaan benaderen.” Voor de museumshop wil hij gaan samenwerken met lokale kunstenaars en ambachtslieden.

De andere loods direct langs de vaart zal worden gebruikt voor het museum, presentaties en bijeenkomsten, aldus Mensink. Zes hotelkamers in een van de andere gebouwen op het terrein en ‘culturele horeca’ in de vorm van een restaurant moeten zorgen voor de nodige inkomsten om de plannen mogelijk te maken. Als alle vergunningaanvragen worden goedgekeurd, hoopt hij eind volgend jaar de deuren van het museum te openen.

‘Geen overlast’
Mensink en Gremmer hebben al groepjes buurtbewoners rondgeleid en over de plannen verteld. “Zij vinden het vaak geweldig dat het molenterrein is opgeknapt. Sommigen maken zich zorgen over mogelijke overlast door bezoekers. Dit snappen we als geen ander, wij willen zeker geen overlast veroorzaken. Er komen dus geen bruiloft- en verjaardagfeesten.” Ook versterkte muziek zal er volgens hem niet komen.

Het museum mikt straks op Amsterdammers die geïnteresseerd zijn in de molen, maar ook op andere bezoekers zoals toeristen. Verder wil Mensink vaker schoolklassen ontvangen. Hij doet naar eigen zeggen alles om hinder voor de buurt te voorkomen. “Fietsen kunnen op het molenterrein worden geparkeerd. En bezoekers met de auto verwijzen we naar de parkeergarage onder de Singelgracht, op maar 300 meter lopen.”

Woontoren verstoort wind
Groot punt van zorg zijn de nieuwbouwplannen voor het Food Center, even verderop. Een woontoren van 12 verdiepingen die is ingetekend op iets meer dan 100 meter afstand gaat volgens Mensink en Gremmer de wind op onaanvaardbare wijze verstoren. Juist vanuit de westelijke- en zuidwestelijke hoek, de windrichtingen waarvan De Otter het al eeuwenlang moet hebben.

Op basis van een windrapport van de projectontwikkelaar is eerder geconcludeerd dat er ruim voldoende draaidagen overblijven voor De Otter. Mensink is het daar niet mee eens en is naar de Raad van State gestapt met onderzoek waaruit blijkt dat De Otter straks veel te weinig kan draaien. Het doel is om in de toekomst weer 5 à 6 dagen per week te gaan draaien en zagen.

“We zijn niet tegen woningbouw. Maar ik maak me hier echt veel zorgen over. Voor de komende generaties kun je dit maar één keer fout doen. Over een paar jaar staat De Otter hier 400 jaar, en dan hebben we misschien geen wind meer. Daar wordt niet goed over nagedacht.” Er is volgens hem voldoende ruimte op het Food Center om het gebouw op een andere plek neer te zetten. “Dan zijn er in de buurt ook geen
schaduwproblemen door die enorme toren.”

Barbecue op de molen
Het zijn dus spannende tijden voor De Otter en iedereen die betrokken is bij de molen. Buurtbewoners mogen ondertussen alvast een kijkje komen nemen, via de ingang aan de Gillis van Ledenberchstraat. Op dinsdagmiddag is het mogelijk om De Otter, onder begeleiding van een molenaar, van binnen te bekijken. ’s Avonds gaat het hek op slot, en uiteraard wordt er een oogje in het zeil gehouden. “We hebben hier een keer een stelletje moeten wegsturen dat op de molen was begonnen met barbecuëen.” Dat liep gelukkig goed af.

Molenaar Roel Gremmer aan het werk op De Otter uit 1631. (Foto Richard Mooyman)
In deze gerestaureerde droogloods komt het molenmuseum. (Foto Richard Mooyman)
DeWestkrant