‘Veel Osdorpers weten niet dat ze onder de waterspiegel wonen’ 

Foto Michelle Schulte
Hoogstins2024

Marja werkt als vrijwilliger bij de Molen van Sloten. Daarvoor had ze niets met molens, maar nu kent ze de poldermolen uit 1847 van boven naar beneden.

“Voor ik hier kwam werken had ik niet echt iets met molens, maar je moet wel van oude dingen houden. De historie is leuk. Dat vond ik ook bij het stoomgemaal in Cruquius in Haarlemmermeer, waar ik hiervoor als vrijwilliger werkte. Dat waren hele dagen en dat werd me te vermoeiend. Toen dacht ik: ‘Ik ga het hier proberen.’ Het beviel me heel goed, dus zodoende. Dat was een jaar of vijf, zes geleden. Daarnaast werk ik ook als vrijwilliger in het Stoomgemaal op Halfweg en bij de ouderenbond in Zwanenburg. Ik vind het leuk om onder de mensen te zijn en zo maak je dingen mee, dus daarom ben ik vrijwilliger. 

Ik zit twee keer per week een middag achter de balie, samen met een collega. We ontvangen de gasten en zorgen voor koffie en thee. Af en toe vullen we ook enveloppen, of nemen we stof af. Het zijn de kleine dingen. We kunnen ook voor elkaar invallen. Als het een noodgeval is dan kan ik wel rondleiden, maar dan vertel ik niet zoveel als de echte rondleider. We springen overal op in, want we kennen natuurlijk de molen van boven naar beneden. En verder kletsen we een heleboel.

Het leukste aan mijn werk vind ik het ontmoeten van mensen overal vandaan. Ik heb heel veel leuke mensen ontmoet, maar in het algemeen is het heel erg leuk als je mensen treft uit bijvoorbeeld Canada of Australië, waarvan de ouders oorspronkelijk uit Nederland komen. Zij herkennen dan dingen die ze wel wisten maar al lang vergeten waren. Ze vinden het dan ook heel boeiend wat de rondleiders te vertellen hebben. Dat is heel erg gezellig. Het is ook heel leuk om mensen in het Engels te ontvangen, maar er komen ook veel Duitsers. En das proberen wir auch. Met heel veel fouten, maar dat moeten ze maar nemen! 

Bezoekers vinden het geweldig, want ze verwachten niet dat het zo werkt. Als ze al molens kennen, dan zijn het meestal molens die malen, zoals mosterdmolens en graanmolens, dus dit is iets heel anders. 

Er lag hier ook een keer een meneer opgebaard, wat geregeld was door de familie. Het is duur om een kamer bij het uitvaartcentrum aan de Ookmeerweg te huren, dus kwam het hier beter uit. Hier vandaan werd hij dan naar het crematorium gebracht. Dus zelfs dat gebeurt hier.

Iedereen zou de molen moeten bezoeken. Men zou moeten weten hoe Nederland met molens aan de gang werd gehouden, dat laten wij zien. Waarschijnlijk weten veel inwoners van Osdorp niet dat ze onder de waterspiegel wonen. Als de waterstand veel te hoog is, kunnen wij met de molen zorgen dat het water afgevoerd wordt uit Nieuw-West naar de Ringvaart. Er zijn natuurlijk veel modernere gemalen die dat heel goed aankunnen, dus het komt niet zo vaak voor dat we bij moeten springen, maar het kan wel. En ze moeten komen om ons te steunen natuurlijk! De molen moet constant gerestaureerd worden. We hebben een nieuw rieten dak gekregen dankzij allerlei donaties, maar we willen het liefste verdienen aan mensen die het leuk vinden om de molen te bezoeken.’’

DeWestkrant