Bij Museum Het Schip draait het om schoonheid en volkshuisvesting

Nieuwe directeur Ellen Wilbrink wil tentoonstelling over wat we kunnen leren van de woningnood 100 jaar geleden 

Directeur Ellen Wilbrink: "Honderd jaar geleden werd voor het eerst mooi gebouwd voor arbeiders." (Foto Museum Het Schip)
Hoogstins2024

“Het is eigenlijk een beetje atypisch museum”, vertelt Ellen Wilbrink, directeur van Museum Het Schip. “Het is van heel klein steeds verder uitgegroeid. Eerst was er dat postkantoortje plus de kantoren aan de overkant van de straat. In 2004 kwam de museumwoning erbij, in 2012 dependance Museum De Dageraad in Zuid en in de zomer van 2016 hebben we de enorme schaalvergroting naar het voormalige schoolgebouw gemaakt.”

Het Schip is het Amsterdamse School museum over kunst, architectuur en volkshuisvesting in de Spaarndammerbuurt. Het museum bevindt zich in een volkswoningbouwcomplex ontworpen door architect Michel de Klerk, aan wie op dit moment een tentoonstelling is gewijd. 

Sinds 1 januari 2023 staat Ellen Wilbrink er aan het roer: “Toen ik aankwam waren hier twee directeuren: oprichter Alice Roegholt, en Josee Roël. Alice was de algemeen en Josee de zakelijk directeur. Deze twee dames zijn buitengewoon gedreven en werkten eigenlijk zeven dagen in de week. Dus het was voor mij best veel werk om hen beiden op te volgen. De eerste zes maanden waren een overgangsperiode.”

“Alice is als oprichter op een bijzondere manier verbonden met het museum. Het is ingewikkeld voor haar om het museum los te laten. Het is haar levenswerk, ze weet alles. Alice is vanaf het moment dat ze eind jaren negentig in dat postkantoortje kwam en dacht, ik moet op deze plek een tentoonstelling maken over honderd jaar woningwet, altijd met hart en ziel doorgegaan.”

Imposant museum
Van het postkantoortje naar een imposant museum, inmiddels hét instituut op het gebied van de kenmerkende bouwstijl. Die groei was volgens haar een enorme tour de force. “Dat heeft wel een wissel getrokken op de organisatie. Er moest geprofessionaliseerd worden. Het werd ineens groot, een heel gebouw met alarm, procedures, beveiliging, medewerkers, een operationeel team. Op het gebied van collectie, educatie, marketing, communicatie en financiën is er een behoorlijke professionaliseringsslag gemaakt.” 

Hijgend hert
Dat werk is nog niet klaar en gaat Wilbrink voorzetten. “Als je vraagt, wat zijn de grootste uitdagingen? De professionalisering moet doorgevoerd worden. We doen eigenlijk te veel met te weinig mensen. Ik ben een beetje aan het afschalen, omdat ik zie dat het team het zwaar heeft gehad en omdat er behoefte is aan rust.” Het afschalen wil Wilbrink doen door zich te concentreren op de programmering en minder ‘zijprojecten’ aan te trekken. “Als organisatie moeten we minder als een soort hijgend hert achter de feiten aanlopen. We moeten vasthouden aan onze programmering en uiteraard waar nodig inspelen op de actualiteit. Iets meer voor de kwaliteit dan kwantiteit gaan.”

Belang voor de stad
Wilbrink wil zich daarnaast richten op de nieuwe subsidieronde voor 2025. “Dat gaat heel erg spannend worden. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) heeft niet meer geld dan in de vorige Kunstenplanperiode en er gaan wel meer partijen aanvragen. Dus er is minder geld voor meer partijen. Dat wordt een enorme uitdaging. We gaan het best mogelijke plan schrijven. Onze exercitie is om binnen hun bandbreedte en criteria te kijken, maar wel vanuit ons eigen DNA. Waar staan we nu als museum? Hoe formuleren we ons belang voor de stad? Er zijn in ieder geval heel veel ideeën voor de programmering. Ik denk dat ons belang voor de stad helder is en dat gaan we ook heel goed motiveren.”

Mooi bouwen voor arbeiders
Die heldere rol van Het Schip is volgens de directeur: “Volkshuisvesting. Honderd jaar geleden is iets gebouwd dat zo mooi is dat mensen daar nu nog steeds van genieten. Er werd voor het eerst mooi gebouwd voor de arbeiders. Dat was nooit eerder gedaan en blijft heel bijzonder. Je ziet in de afgelopen decennia dat het weer veel meer waardering heeft gekregen.

Buitenwijken met andere geschiedenis
Wij zitten niet in het centrum van de grote stad. Als je kijkt naar de geschiedenis van Amsterdam, dan is de grachtengordel heel belangrijk. Maar daarna komen al die wijken daaromheen. Ik denk dat er in die buitenwijken zoveel moois te zien is met een ander soort geschiedenis. In de Canon van Amsterdam is dat ook heel interessant en belangrijk voor de stad. De Amsterdamse School is overal. Als je je daarvan bewust bent, ga je het ook zien.” 

Woningnood
“We zijn ook het museum voor de volkshuisvesting. De woningnood van nu is vergelijkbaar met die van honderd jaar geleden. We willen een tentoonstelling maken over wat we kunnen leren van de woningnood destijds. In 2026 is het 125 jaar geleden dat de Woningwet is vastgesteld en dan gaan we daar op in. Hoe gaan we om met al die mensen die een huis zoeken, terwijl er in de stad veel minder plek is dan honderd jaar geleden?” 

Tuinstad
In de zoektocht naar de oplossing voor dit vraagstuk wordt ook de tuinstadgedachte opnieuw relevant. Dit gedachtengoed vormde rond het einde van de negentiende eeuw een antwoord op de slechte woonomstandigheden in overbevolkte steden. In deze filosofie kwam de nadruk te liggen op ruimte voor groen in de gebouwde omgeving, betrokkenheid van de gemeenschap en verschillende coöperatieve vormen van beheer van grond, huis en faciliteiten. Het Schip organiseert in 2024 en 2025 een uitgebreid programma rondom de tuinstadgedachte, wat uitmondt in een internationaal congres en een grote tentoonstelling.

‘Noaberschap’ 
“Het bijzondere aan de Amsterdamse School en de tuinstadgedachte is de gemeenschapsvorming. In de grote stad ken je vaak je buren niet. En wat hier in Het Schip is gebeurd, is dat mensen elkaar wel leerden kennen. Het was veel meer dan wonen. ‘Noaberschap’ noem je dat in Twente, waar ik vandaan kom. Het is meer dan enkel een gebouw neerzetten. Haven-Stad in West, de wijk die hier achter komt, wordt enorm. De ontwikkeling ervan staat voor allerlei uitdagingen, zoals de balans tussen bouwen en groen. Uit de geschiedenis van de tuinstadgedachte valt lering te trekken. Het is leuk als museum die kennis te delen. 

Mensen samenbrengen
Wij hebben contact met de gemeente Amsterdam, buurtbewoners uit de Houthavens, woningcorporaties, en met projectontwikkelaars. Honderd jaar geleden kwam alles samen: er was plek, er was geld en er was idealisme. Nu is het wel wat moeilijker: er zijn diverse partijen met verschillende belangen betrokken in het proces. Je moet een soort ideale mix zien te krijgen die er eigenlijk niet is. Ik zie een rol voor Het Schip om al die mensen samen te brengen op een gemoedelijke plek. Op een plek waar het ooit wel gelukt is.”

(Foto Museum Het Schip)

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door De Westkrant (@de_westkrant)

DeWestkrant