Slager Kinkerstraat stopt: ’Ik heb altijd een volkswinkel gehad’

Slager René van der Schaft, (Foto Arjan van Oorsouw)
Hoogstins2024

Slager René van der Schaft in de Kinkerstraat houdt er eind oktober mee op. Het jarenlange vleeshouwen heeft zijn tol geëist. “Lichamelijk werd het te zwaar”, zegt René. “Na veertig jaar stampen is het wel een keer klaar. Mijn schouders, mijn rug, mijn heupen, alles is op.”

“Wat ik ga doen straks? Even niets. Voorlopig mag ik tot april niets omdat ze gaan kijken wat ze aan me kunnen repareren. Daarna zie ik wel wat ik nog kan. Als je veertig jaar lang tachtig uur in de week hebt gewerkt, moet je niet op je reet gaan zitten. Ik ga nog wel wat doen, ik blijf in het vlees zitten. Dat komt wel goed.”

Dokters
René prijst zich gelukkig dat hij zo snel zijn winkelpand kon verkopen ‘omdat de dokters anderhalf jaar geleden al riepen dat ik ermee op moest houden’. “In mijn kop ben ik nog goed. Ik moet niets, dat maakt het al een stuk simpeler. Ik ben nu 55 jaar, dus ik zou nog dertien jaar moeten werken tot mijn pensioen. Maar ik heb nog wat inkomsten uit verhuur. Voorlopig red ik me wel.”  

Veeleisender
Heeft René de buurt zien veranderen? “Het is geen echte volksbuurt meer. De buurt is in de goede zin van het woord verjongd. Tante Mien en tante Ans hebben we niet meer. Die zijn of heengegaan of naar het bejaardenhuis. Ik zie veel jonge mensen die veeleisender zijn. Ze willen iets wat ik niet verkoop. Scholfilet bijvoorbeeld.”

Yuppen
“Het interesseert yuppen geen bal wat het kost. Ze bestellen ook allemaal van tevoren. Ik heb niet alles op voorraad maar ik kan wel overal voor zorgen. Als je krokodillenstaarten in je pan wil, regel ik het. Daar heeft niet iedereen evenveel begrip voor. Qua bevolking is de buurt er zeker niet leuker op geworden. Gelukkig heb ik hier nog heel veel oude klantjes, maar de leukigheid is er wel vanaf.”

Vegatrend
Wordt er anders tegen vlees aangekeken? “Die vegatrend is er wel, maar ik heb er hier niet zoveel last van. Ik heb dit jaar veel BBQ’s verzorgd en daar zit ook vegetarisch en halal tussen. Dat moet je als slager gewoon organiseren en regelen. Ik heb halal-certificaten voor mijn lamsvlees. Je moet wel met je tijd meegaan.”

Verzorgingshuizen
“Daarom heb ik ook zulke grote klanten. Ik heb alle kazernes van Defensie wel gezien. Allemaal BBQ’tjes voor 150 man. Dat tikt lekker aan. Ik heb ook alle verzorgingshuizen van Amsta gehad. Ook allemaal BBQ’s. Van de Flesseman op de Nieuwmarkt tot in de Bijlmer. Dat is een leuke aanvulling op wat er hier in de straat gebeurt.”

Hipsterslagers
“Nu het vuurtje rondgaat dat ik wegga, begint het gejank. Waar moeten we heen? Er zijn allemaal van die hipsterslagers met dry age kasten, Wagyu-koeienvlees en iberico-varken. Dat is voor de gewone man toch niet aan de orde? Niet te betalen.”

Polonaise 
Nog een ding wil René kwijt over die goeie ouwe tijd: “Veel gekkigheid meegemaakt. Polonaise gelopen door de winkel toen je nog om de toonbank heen kon lopen in mijn vorige pand. Tijdens een carnavalsnummer op de radio ging het hele zooitje op zaterdagochtend erop los. 

Volkswinkel
“Ik heb altijd een volkswinkel gehad. Je kon het zo gek niet verzinnen. Droevige dingen maak ik ook mee. Veertien dagen geleden is mijn oudste klant –  hij kwam hier al vanaf ’68 – gaan hemelen. Toen waren mijn oude klantjes die ik al mijn hele leven ken, op.”